De geschiedenis van de Luidklok

Reportage Omroep Flevoland

Film over de klokkenvordering en het “Wonder” van de terugkeer van de klokken..

Het “wonder” van de (luid)klok in de toren van de Dorpskerk.

Klokkenvordering

De luidklok in de toren van de Dorpskerk is in de tweede wereldoorlog gevorderd door de bezetter en uit de toren gehaald. Samen met klokken uit vele andere kerken in Nederland en daarbuiten, aantallen tot 35.000 toe werden genoemd. In Nederland kwam de adjunct-Rijksinspecteur Kunstbescherming J.W. Janzen in 1946 tot de conclusie, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog periode 1942-43 ongeveer 4793 klokken (gewicht 1.872.813 kg) door de Duitse bezetter naar Duitsland afgevoerd waren en niet terugkwamen, maar ongeveer 4212 klokken (gewicht 1.633.064 kg) gespaard waren gebleven.

De klokken zouden worden omgesmolten t.b.v. het vervaardigen van diverse wapentuig. Er zijn diverse artikelen op internet te vinden over deze z.g. “klokkenroof” of “klokkenvordering”, tot aan het NIOD toe. Ook Dr. Lou de Jong heeft er in zijn tweede wereldoorlog geschiedschrijving melding van gemaakt. Hoe dan ook: de Dorpskerk was haar klok gewoon kwijt. Toch hangt de klok nu weer in de toren. Hoe kan dat? Nee, het is geen nieuw aangeschafte! Daar zit inderdaad een wonderlijk verhaal achter..

Klokken weggevoerd

De luidklokken werden door de bezetter verzameld en vervoerd naar diverse locaties in Duitsland, o.a. via Embden naar Hamburg. Foto’s van een “klokkenkerkhof” zijn nog te vinden op internet : https://nl.wikipedia.org/wiki/Klokkenvordering .
Zo ook de klok van de Dorpskerk.

De klok van de Dorpskerk werd uiteindelijk op transport gezet en per schip in konvooi vervoerd over het IJsselmeer. Maar nu neemt de geschiedenis een eigen wending. In het blad Trouw werd hierover in 2014 een artikel geplaatst, dat e.e.a. verklaart! In januari 1945 loopt een konvooi binnenschepen midden in de nacht op de zandbank De Vormt; een van de vastgelopen schepen is de Op Hoop van Zegen, die klokken vervoert van een opslagplaats in Leerdam naar de Duitse havenstad Emden.

Het weer vlottrekken van dit klokkenschip loopt uit op een totale mislukking – door ingenieuze sabotage van het Urker bedrijf dat ermee is belast, komt het schip steeds vaster te zitten. Bovendien maken de slepers de luiken onklaar, zodat bij de eerstvolgende storm de klokken uit het ruim schuiven en op de bodem van het IJsselmeer belanden.

Terugkeer

Na de oorlog is “onze” klok, samen met nog enkele andere klokken weer opgevist uit het IJsselmeer. In 1946 werd de klok weer teruggeplaatst. Het verhaal gaat dat ie ook niet eens meer schoongemaakt is (zie foto!). Dit is toch wel weer een bijzonder wonderlijk verhaal nietwaar?

In de Dorpskerk staat nog een fotobord over deze geschiedenis.

Klokkenluiden?

Toch is de terugkeer van de klok uiteindelijk misschien niet voor iedereen als een zegen ervaren. Ik vond tijdens het zoeken naar info in de vrij recente geschiedenis (2015) ook een moment dat het luiden van de klok ter discussie kwam. Er is over deze kwestie ook een Rijnmond TV item gemaakt en ook één in het AD. Hoe dan ook, kennelijk heeft de klacht over geluidsoverlast uiteindelijk niet geleid tot het verstommen van de klok!

Bronnen: WikiPedia, AD, Rijnmond TV, Trouw

Meer fotos? Zie : ALBUM

Voor de liefhebbers volgt hierna nog informatie over de Oorsprong en fabricage van de luidklok.

Klokkengieters Wegewart in Gouda

Adri den Boer

De aanleiding voor deze bijdrage is het vooral qua gieter bekendmaken van een nog ongepubliceerd randschrift van een Capelse luidklok. Er is voor gekozen om deze in breder verband te brengen met de activiteiten uit hetzelfde klokken- en geschutgietersgeslacht in Gouda. (Zelfs de redengevende omschrijving van de Capelse Dorpskerk als rijksmonument nr 11473 negeert de luidklok; zie www.kich.nl.)

Op de vier luidklokken van de Goudse Sint Jan staat in het randschrift:

‘Hendrick Wegewart heft my gegoten inder stede van Gouda anno 1605.’

Elk van deze klokken heeft een voor zijn taak kenmerkend opschrift en is voorzien van het stadswapen. De torenklok van Capelle aan den IJssel weegt ongeveer 1000 kg en heeft aan de rand boven als ingekrast extra opschrift: ‘Op die Issel’.

Het moeilijk toegankelijke randschrift bevat verder in kapitalen in twee door sierbanden gescheiden regels een tekst als:

‘Dirck Willemsen Balyv en Schovt van die hooghe heerlykheydt die gelegen is in Cappelle ende Cornelis (…) Willem Wegewart heeft my gegoten inder stede Govde Cornelissen Borst ende Pieter Leendertsen Kerckmeesters aldaer Ao 1607’

Wie aan het veronderstelde einde van het eerste randschrift ‘Cornelis’ is lijkt een raadsel. (Tussen ‘Cornelis’ en ‘Dirck’ geeft een boompje of blad duidelijk een scheiding aan.) Dirck Willemsz. was volgens de archieven van 1589-1612 baljuw van de hoge vierschaar van het Huis te Capelle en schout van het ambacht Capelle. Dat zijn naam voorkwam op een eerste steen – toen in de buitenmuur – van de in 1592/ 1593 herbouwde kerk was al in 1922 gepubliceerd in een inventarisatie die klokken negeerde. (De vorige kerk was in 1574 verwoest.)

Wat was de relatie tussen beide tijdelijk in Gouda actieve gieters uit klokkengietersgeslacht Wegewart, gesproten uit de broers Willem (1) en Wolter Wegewart, uit Münster naar Deventer getrokken?

Henrick Wegewart de Oudere

Henrick Wegewart de Oudere was de oudste zoon uit het tweede huwelijk van Wolter Wegewart, die een broer was van Willem Wegewart de Oudere. In 1596 kreeg Henrick te Kampen een behuizing ten behoeve van een gieterij tot zijn beschikking. Hij was een productief gieter, want nog steeds is er een zestigtal klokken van hem bekend, die voor het merendeel in Kampen zelf werden gegoten. Een uitzondering vormden de vijf luidklokken voor Gouda, die daar op het Bolwerk werden gegoten.

Dat ze in de buurt gegoten werden lag ook voor de hand, want de zwaarste klok van de vijf woog 7500 pond! Vier daarvan zijn nog altijd in de toren te vinden, van de kleinste is het echter onduidelijk of die ooit in de Sint Janstoren gehangen heeft. In ieder geval bevond deze klok zich in 1943 in de Barbaratoren en is in dat jaar gevorderd en niet meer teruggekomen uit Duitsland.

In zijn latere levensjaren maakte Henrick regelmatig deel uit van het College van Schepenen en Raden te Kampen. Vanuit die positie vervulde hij somtijds lucratieve stedelijke functies. Henrick Wegewart stierf te Kampen in 1622.

Willem Wegewart de Jongere

Willem Wegewart was de zoon uit het derde huwelijk van de Deventer potgieter Wolter Wegewart. Wolter was de broer van de koper- en bronsgieter Willem Wegewart de Oudere (vóór 1544-1602). Willem jr. moest derhalve oom zeggen tegen Willem sr. Deze Willem jr vestigde zich na een verblijf te ‘s-Gravenhage in 1606 te Gouda. Hij kreeg daar de beschikking over de gieterij waarin zijn broer Henrick de Oudere klokken voor de stad had gegoten en goot daar zelf dus onder meer de Capelse klok.

In 1610 en dus ook in zijn Goudse jaren maakte hij bijvoorbeeld ook een nog aanwezige klok van 1580 kilo voor Nijbroek. Hij vertrok voorgoed naar Den Haag in 1614 of 1615. Willem de Jongere volgde zijn schoonvader in 1616 op als landsgeschutgieter. Hij overleed in 1637.

Opmerkelijk is dat in de Tweede Wereldoorlog in Gouda (naast die uit de Barbaratoren) twee Wegewartklokken uit de Sint Jan door de Duitsers werden gevorderd, dat dit met de Capelse Wegewartklok ook het geval was èn dat deze klokken alle drie na de bezetting weer op hun plaats terugkwamen!

Ingekrast: ‘Op die Issel’ De Capelse Dorpskerk torenklok van 1607

‘…Willem Wegewart heeft mij gegoten in der stede Govde’

“Op die Issel”

Dank

Met dank aan Paul en Jasper Weyling te Capelle aan den IJssel voor deze foto’s en het mede-interpreteren van de tekst op de klok.

 

Bronnen/Literatuur

  • P.C. Bloys van Tres¬long Prins, Genealogische en heraldische merk¬waardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland, deel IIa, Utrecht 1922
  • M.M. Doornink-Hoo¬genraad, Deventer klokgieters en hun gieterij. In: Verslagen en Mededeelingen van de Vereeniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis, 57ste stuk, 2de reeks, 33ste stuk, 1941, p. 77-127
  • C.N. Fehrmann, De Kamper klokgieters. Hun naaste verwanten en leerlingen, Kampen 1967, p. 161-171

Gepubliceerd: juni 2017