Geschiedenis Kerkorgel

Het orgel is in 1904 gebouwd door de firma L. van Dam & Zonen (Leeuwarden).

Het orgel klinkt als een warm, grondtonig instrument. Naast de kerkdiensten wordt het regelmatig gebruikt voor concerten en kooruitvoeringen. Door de veelzijdigheid en mooie klank is het instrument bekend in binnen – en buitenland.

In de kerk

Van een orgel was lange tijd geen sprake. Pas aan het eind van de 19e eeuw werd een pedaalharmonium (klein orgel) in de kerk geplaatst. Op dit orgel heeft (de toen nog jonge) Jan Zwart van 1896 – 1898 de gemeentezang begeleid). Pas in 1904 dus, werd het huidige orgel gebouwd door de firma Van Dam & zonen (Leeuwarden).

Bouw van het Orgel

De bouw van het pijporgel werd mogelijk gemaakt door Pieter van Capellen. Hij betaalde in 1902 de bouwkosten van 3.700 gulden. De firma L. van Dam & Zonen (Leeuwarden) bouwde het orgel. Het orgel werd op 24 juli 1904 in gebruik genomen tijdens een kerkdienst geleid door dominee Jan Doornbos, die van 1898 tot 1919 de gemeente diende.

Kenmerk van de Van Dam orgels is de grote mate van degelijkheid en nauwkeurigheid. Opvallend is dat klassieke vormen en bouwstijl lange tijd gehandhaafd bleven. Het fraaie klassieke front met de rijke ornamenten is daar een mooi voorbeeld van.

Restauraties

Tijdens de kerkrestauratie van 1960 zijn er wijzigingen aangebracht aan het orgel door de firma Slooff. De galerij werd veranderd, het orgel naar achteren tegen de torenmuur geplaatst, de schepbalgen verwijderd en de originele donkerrode orgelkas werd opnieuw geschilderd in gebroken wit. Enkele registers werden verwijderd, waarvoor andere bijgeplaatst werden. O.a. de Oktaaf 8’ werd bijgeplaatst.

Na de kerkrestauratie kreeg de Dorpskerk een heteluchtverwarming, waardoor het orgel ernstig beschadigd raakte. Vooral in wintermaanden met vorst werd dit systeem desastreus voor het orgel.

In 1977 was het door alle uitdrogingsverschijnselen vrijwel onbespeelbaar geworden en moest het dringend gerestaureerd worden. In 1977 werd door de firma Slooff het orgel gerestaureerd onder advies van de heer Jan Jongepier van de landelijke orgelcommissie. De wijzigingen van 1961 werden weer hersteld naar oorspronkelijk Van Dam-concept. Daarbij kwamen enkele nieuwe registers : op pedaal de Basson 16’, Op Hoofdwerk de Quint 3’en de Violon 8’en op Bovenwerk een Flute travers 4’en Quintfluit 3’.

In 1987 was het orgel weer aan restauratie toe, vanwege dezelfde verschijnselen: uitdroging. De restauratie betrof het restaureren van kromgetrokken houten delen van het orgel, klavieren, pijpen en andere mechaniek. Firma Pels en Van leeuwen uit Den Bosch heeft deze restauratie uitgevoerd. Ook is toen een koppel Pedaal + Bovenwerk bijgeplaatst.

In 1996 vond Cees van der Slik, na lang speurwerk, in het gemeentearchief te Rotterdam het oorspronkelijke concept van het orgel. In overleg met de kerkvoogdij en de frima Scheuerman is na brede oriëntatie bij andere Van Dam orgels besloten om het orgel zoveel mogelijk conform dit concept te herstellen.

Dat betekende dat het bovenwerk in een zwelkast werd geplaatst, een Clarinet 8’en Vox Celèste 8’ toegevoegd werden. De Mixtuur op Hoofdwerk kreeg een koor erbij en de Cornet is nu vanaf a. (i.p.v. c 1).

De heteluchtverwarming in de kerk is inmiddels vervangen door een ander systeem waardoor het orgel veel beter kan functioneren en de uitdrogingsverschijnselen tot het verleden behoren.

In 2009 is technisch herstel van frontpijpen en mechaniek uitgevoerd door de firma Boogaard, die nu het orgel in onderhoud heeft.

CD opname

In 2001 is er een CD gemaakt door de Eerste organist van het Van Dam orgel: Op deze CD laat Cees van der Slik de diverse mogelijkheden horen die het Van Dam orgel biedt.

Luister hier naar een demo : Festive March – Henry Smart

Het Van Dam orgel van de Dorpskerk

Dispositie Van Dam Orgel

 

Hoofdwerk

Bovenwerk

Pedaal

Koppels

Bourdon 16′ Salicionaal 8′ Basson 16′ Koppel Bw+P
Prestant 8′ Roerfluit 8′ Subbas 16′ Koppel Hw+P
Violon 8′ Vox Celeste 8′ 1-2st Octaaf 8′ Koppel Hw+Bw
Holpijp 8′ Salicet 4′
Octaaf 4′ Flûte travers 4′
Roerfluit 4′ Quintfluit 3′
Quintprestant 3′ Fugara 2′
Octaaf 2′ Clarinet 8′
Cornet 2⅔’ 3st Tremulant
Mixtuur 2′ 3-4st
Trompet 8′ b/d
Tremulant

Mechanische sleepladen. Manuaalomvang: C-g3. Pedaalomvang: C-d1.

Organisten

Dhr. C.A. van der Slik (vanaf 1984)
Dhr. A. den Braber (vanaf 1987)