De afgelopen weken hebben we stilgestaan bij Petrus die met vallen en opstaan Jezus volgde. Helga Euwema en Ellen van de Keur hebben prachtige schilderijen gemaakt. In dit filmpje trekken ze aan je voorbij terwijl op de achtergrond de opname klinkt van het vrouwenkoor wat ‘Lenten meditation’ (Overdenking voor de lijdenstijd) zingt.
Petrus de rots!
Petrus, de rots, die heeft leren dienen, heeft geleerd een vriend te zijn, die het op allerlei manieren ernstig laat afweten, komt uiteindelijk bij een leeg graf te staan. Natuurlijk gaat hij als eerste naar binnen en ziet de doeken liggen. Hoe heeft hij daar naar staan kijken. Van de andere leerling die erbij is staat geschreven dat hij geloofde. Van Petrus staat dat niet. Hoe is dat geweest voor hem? We hebben hem leren kennen als impulsief, als iemand met een mening, iemand met daadkracht, iemand die zichzelf enorm is tegengekomen en is tegengevallen.
En nu staat hij bij een leeg graf. Is het allemaal voor niets geweest?
Of is Petrus toch die rots?
Petrus de angsthaas
Petrus, de man die zegt dat hij nog eerder zal sterven dan Jezus te verloochenen, die meteen het zwaard grijpt als de soldaten Jezus willen meevoeren, de man van de duidelijke taal, deze Petrus weet niet hoe snel hij moet zeggen dat hij Jezus helemaal niet kent.
Het is geen vergissing of een verspreking. Tot drie keer toe ontkent hij ten stelligste dat hij Jezus kent. Wat een vriend.
Maar ook in zijn verdriet gaat het diep bij Petrus.
Bach heeft dat goed begrepen. Luister maar eens naar de Mattheus Passion als de evangelist zingt: “und er weinte bitterlich.
Petrus de vechter
Heeft Petrus last van schuldgevoelens of schaamte, dat hij meteen naar zijn zwaard grijpt om Jezus te verdedigen? Net voordat de soldaten Jezus komen halen is Petrus immers nog tot drie keer toe in slaap gevallen, terwijl zijn vriend Jezus het heel zwaar heeft. Wat is dit voor een overdreven reactie? Wat probeert Petrus hier te laten zien? Het valt nog allemaal niet mee om de rots te zijn, die Jezus in Petrus ziet, om een vriend te zijn.
Petrus de grote afwezige
Petrus, de vriend, laat het al snel afweten.
Hij krijgt een vrij eenvoudige taak van Jezus. Wakker blijven, terwijl de Meester gaat bidden. Hoe moeilijk kan dat zijn. Petrus met zijn grote woorden en flinke daadkracht. Tot drie keer toe valt hij in slaap, terwijl zijn Vriend het zichtbaar heel zwaar heeft. Wat is vriendschap dan waard?
Ben je wel zo’n mens uit één stuk als je er niet bent voor de ander?
Met Petrus mee! Petrus de vriend.
Petrus de rots, die het woord “dienen” niet in zijn systeem heeft, doet niets half. Als er dan gewassen moet worden, dan niet alleen de voeten, maar het hele lijf, zo hoorden we vorige week. En ook in de vriendschap is Petrus uitgesproken. Als Jezus zegt dat alle leerlingen hem zullen afvallen, is Petrus degene die duidelijk uitroept: “ik nooit!” Petrus staat pal voor Jezus, hij zou voor Hem door het vuur gaan, voor Hem sterven als het zou moeten. Voorlopig vooral met woorden. Pas later ook met daden.
Met Petrus mee! Petrus de dienaar.
Petrus, zijn naam staat als een huis. Solide, vierkant, een man uit één stuk.
Hij kijkt tegen Jezus op, zou voor Hem door het vuur gaan. Hoe ongemakkelijk moet dat voor Petrus zijn geweest dat de Meester voor hem, Petrus, op Zijn knieën gaat om zijn voeten te wassen. Jezus, die hem Petrus, gaat dienen. Dienen, dat ligt niet zo in zijn aard.
En toch moet hij dat gaan doen om bij Jezus te horen. Twee belangrijke leermomenten voor Petrus de rots, je laten bedienen en zelf dienen.
Met Petrus mee! Petrus de rots.
De betekenis van de naam Petrus is iedereen wel bekend. De naam betekent ‘rots’. Een rots staat voor standvastigheid. Je kunt er van op aan. In de 40 dagen tijd gaan we zeven zondagen lang met Petrus op pad en gaan we merken of hij zijn naam wel altijd eer aan doet. Kun je een rots zijn en tegelijkertijd op cruciale momenten niet thuis geven, in slaap vallen, er als een wildeman op loshakken, je vriend verloochenen? Petrus doet het allemaal. Hij loopt voorop en hij loopt weg. Wij gaan Petrus zien als de rots, als dienaar, als vriend, als de grote afwezige, als vechter, als angsthaas. Iedere zondag staat er vóór in de kerk een afbeelding en de kindernevendienst zal daar iets over vertellen. Met elkaar zingen we het projectlied.